Hebben luidspreker- en audiokabels een grote invloed op de systeemprestaties? Deze vraag heeft al tot verhitte discussies geleid op forums en audioblogs, maar het debat heeft ook een aantal mythen over audiokabels doen ontstaan die door de jaren heen zijn blijven circuleren. Om een aantal misvattingen uit de wereld te helpen, heeft SVSound een lijst samengesteld met mythen en waarheden om u te helpen de best mogelijke beslissing te nemen bij het doornemen van het grote audiokabel debat.
Mythe
– Audiokabels hebben geen invloed op de prestaties van uw systeem.
Waarheid
– Luidspreker- en componentaansluitingen van lage kwaliteit kunnen gevoelig zijn voor verschillende vormen van interferentie, waarvan is aangetoond dat ze ruis toevoegen en de kwaliteit van het audiosignaal beïnvloeden. Door deze te vervangen door goed afgeschermde kabels van hoge kwaliteit kan uw systeem optimaal presteren.
Mythe
– Zeldzame materialen en dure engineeringtechnieken zijn nodig om hoogwaardige audiokabels te maken.
Waarheid
– Als kabels op degelijke wijze zijn ontworpen met beproefde ontwerpprincipes en hoogwaardige materialen, kunt u hetzelfde prestatieniveau bereiken tegen een fractie van de kosten. Zie bv de Soundpath Ultra Speaker Kabel van SVS
Mythe
– Wetenschappelijke wonderen om het “Skin Effect” op te lossen zijn het enorme prijskaartje waard.
Waarheid
– “Skin Effect” verwijst naar het feit dat hogere frequenties de neiging hebben zich aan de buitenkant van een draad voort te bewegen, terwijl lagere frequenties dichter bij het midden blijven. Hoewel dit een bewezen verschijnsel is, is niet bewezen dat het “skin effect” het geluid op enigerlei wijze verandert wanneer het gaat om de kabelafstanden en het gelimiteerde frequentie gebruik in een thuisbioscoop of audiosysteem.
Mythe
– Exotisch vlechten van audiokabels verbetert de prestaties.
Waarheid
– Veel kabelfabrikanten gebruiken getwiste geleiders in hun kabels om overspraak en storingsruis te verminderen, maar er is geen solide bewijs voor de bewering dat ingewikkeld gevlochten draden in een kabel de prestaties verbeteren. De zuiverheid van de geleidende materialen van de kabel en het vermogen om interferentie te weren hebben een veel grotere invloed op de prestaties.
Mythe
– Audiokabels moeten even lang zijn voor de grootste nauwkeurigheid.
Waarheid
– Elektronen in een metalen kabel bewegen zich met bijna de snelheid van het licht. Dit gezegd zijnde, zou een kabel van een meter een vertraging in de orde van nanoseconden hebben. M.a.w. het signaal in uw kabels worden (bijna) onmiddellijk doorgegeven.
Mythe
– Inbreken van kabels is noodzakelijk voor optimale prestaties.
Waarheid
– Deze mythe is veel subjectiever, omdat veel mensen beweren dat de geluidskwaliteit merkbaar verbetert nadat luidspreker- en audiokabels de tijd hebben gehad om “in te breken” gedurende de eerste honderd uur of zo. Toch is er geen wetenschappelijk bewijs voor een verbetering van de geluidskwaliteit en het is zeker niet de moeite waard om te betalen voor inbreken als extra service of functie.
Mythe
– De dikste audiokabel is altijd het beste.
Waarheid
– Voor extreem lange afstanden kan een dikkere draaddikte helpen de effecten van weerstand te verminderen, maar als uw versterker of AV-ontvanger zich binnen een straal van 30 meter van de luidsprekers bevindt, is een 2,5mm2 (14-gauge) kabel ideaal.